De camper ophalen.
Jezus, wat een dag was dit zeg. Hij begon goed met “uitslapen” tot 8 uur. Toen klopte de schoonmaakster op de deur omdat ze dacht dat de kamer leeg was. De rest van de groep was natuurlijk ook al op het vliegveld. We gaan ontbijten bij de Starbucks. Daarna nog even terug naar de kamer om de spullen op te halen. Daar is verder ook niets te beleven, dus gaan we in de lobby zitten wachten. Daar zie je tenminste nog wat. Nog even een mail verstuurd voor 5 dollar. En nog even met Koos en Meinke gepraat. Die blijven nog een paar dagen in Los Angeles. Dan om kwart over twaalf om een taxi gevraagd. Die stond voor de deur. We konden zo instappen. Het beloofde kwartier werd toch een half uur en voor $ 50,00 inclusief tip stonden we rond 13.00 uur bij de verhuurder voor de deur. Het grote wachten kon beginnen. Tsjonge, wat werken ze hier inefficiënt. We hadden om 14.00 uur een afspraak om de camper op te halen. Maar Peter heeft al anderhalf uur moeten wachten voor hij eindelijk een formulier in kon vullen. En toen nog een uur voor we aan de beurt waren. Ze hielpen iedereen door elkaar een beetje, de telefoon ging constant en ze liepen ook steeds weg van de balie. Het leek echt nergens naar. De klanten werden ook erg boos. Zeker de vele Nederlandse klanten. Eén mevrouw had € 150,00 betaald om de camper vroeg op te kunnen halen. Ze ging om half vier weg. Daar wordt je toch gek van. De camper is iets groter dan we gevraagd hadden, omdat de maat die wij gevraagd hadden niet voorradig was. Of dat een probleem was? Nou nee, dat niet. Maar het is een barrel 1e klas aan de buiten- en de binnenkant. Foto’s gemaakt van alle gebreken, zodat ze daar niet over kunnen gaan zeuren als we hem terug brengen. Toen nog wachten op de pannen en de huisraad. De hangertjes hebben we nooit gekregen. En de stoeltjes ook niet. Dat was wel jammer. Uiteindelijk konden we rond 16.00 uur vertrekken. Weg, weg hier uit die heksenketel met al die boze mensen. De straat op, rechts Willingtonstreet, de 405 naar het noorden, de 110 naar het noorden, de 10 naar het oosten. En een volk langs de weg. Steeds maar in de file rijden. Dit is echt de grote stad. Anderhalf uur later waren we in de voorstad Montclair weer in Theo’s café om wat te eten. De mevrouw herkende ons nog van zondag. Ze vroeg wat we met de rest van de groep hadden gedaan. Naar huis gestuurd. Om zes uur gingen we weer verder. We vroegen aan Theo’s mevrouw waar een supermarkt was. We kregen een routebeschrijving naar een soort Digros. Even het een en ander ingeslagen voor de komende dagen. Onder andere drinkwater in flessen. Want het water in de campertank mag je niet gebruiken om te drinken of te koken. De herkomst van het water is te onzeker. Die wordt dus blijkbaar niet geleegd en schoongemaakt. Verder gaat het weer. We willen voor het donker op een camping aan weg 18 zijn. We nemen de 215 naar San Bernardino. Dan gaat het even fout met weg 30 die toch naar weg 18 blijkt te gaan. Komen we per ongeluk weer goed uit. Het schemert inmiddels al als we de 18 oprijden. Bergje op en niet meer af. Steeds maar hoger en geen camping te zien. We rijden nog maar wat door. Op een gegeven moment komen we ergens waar wat gebouwtjes staan en waar iemand buiten zit. We vragen naar een camping. Er wordt iemand anders gehaald. En die stuurt ons terug naar Chrestline. Oké, terug op. Eerste afslag, fout. Keren en weer terug. Nog verder naar beneden. Uiteindelijk komen we bij de juiste afslag en gaan weer berg op in Chrestline. Daar maar weer gevraagd. Ik niet weten. Verdomme. Het is inmiddels helemaal donker. Gelukkig is er vrij veel verkeer op de berg. We gaan helemaal terug naar San Bernadino. Ik vraag het bij een pompstation. Daar verwijst men ons naar het little league team honkbalveld. Maar daar je ’s nachts niet staan. Op het parkeerterrein naast de benzinepomp rijdt allerlei raar volk rond. We parkeren er even. Peter gaat op koffie uit bij de Starbucks aan de overkant (dicht) en ik maak het bed op en ruim wat kleren op. Het is wel een erg oude, gebruikte camper hoor. Zo hebben we ze nog niet gehad. Geen koffie en info bij Starbucks. Dan zelf maar koffie gezet. Het kan nu weer. We zijn er echt aan toe. Hier kunnen we dus niet blijven staan, dat is wel duidelijk. Bij de pomp gevraagd naar een motel. Dat zou in 40th street moeten zijn. 40th street heen en weer afgereden. Geen motel gezien. Wat nu? Watermanstreet een heel eind afgereden. De buurt wordt al minder lijkt het wel. Dan Rialto Avenue geprobeerd. Ik zie een Carlton hotel (was een Clarion), maar die hebben alleen een parkeergarage. Daar kunnen we niet in. Terug naar Rialto Avenue. En daar is onze redding. Een geel motel van een wat “oudere” status. Maar met een omheind parkeerterrein. Gelukkig. Peter gaat kijken of ze nog een kamer hebben. Hoera. Het is inmiddels over elven. Peter heeft er weer een 15-urige werkdag opzitten. Dat was niet de bedoeling verdorie. We kijken nog even tv en gaan dan slapen. Morgen is er weer een dag. De camper is een beetje oud en veel gebruikt. Het vaste bed beneden is met een plastic hoes om het matras. De kastjes zijn van een rare indeling met weinig ruimte. De deurtjes van de keukenkastjes zijn er iets hoger opnieuw aangezet omdat de schroefgaten zo uitgelubberd waren dat ze niet meer pasten. De douche is erg groot. Met een aparte wasbak er nog naast tegen over het keukenblok. Deze indeling zouden wij zeker zelf niet kiezen. Maar goed, je mag een gegeven paard niet voor z’n bek slaan. We hebben extra kosten een grotere camper gekregen, dus niet zeuren. O nee?? Achteraf bleek de koelkast het dus ook niet te doen. En het buitenlicht weigerde dienst. |